zondag 30 maart 2008

Dag 50: maandag 17 maart

Alweer een dag waar ik zo naar uitkeek! Een bezoek aan de mijnen van potosi. Om 9 uur werd ik verwacht aan het toerismecentrum, waar iedereen verzamelde. Met een busje gingen we dan naar een markt, waar we informatie kregen over wat de mijnwerkers allemaal nodig hebben om in de mijnen te werken: cocablaadjes (om energie te hebben), frisdrank (de temperatuur in de mijnen kan zeer hoog oplopen + het is zwaar en vermoeiend werk), dynamiet (soms moeten ze stukken rots kapot bombarderen), een soort steen waarvan ik de naam vergeten ben (dient ook voor energie), alcohol van wel 96°(!! dient ook voor energie) en ik denk dat het alles is. We hebben dan allemaal iets gekocht, zodat we het dan aan de mijnwerkers konden geven.
Daarna gingen we naar een huisje vlakbij de mijnen om van kleren te wisselen. We kregen allemaal een oranje pak, een helm en een licht voor op onze helm. Daarna gingen we eindelijk naar de mijn. Ik had totaal geen idee wat ik ervan kon verwachten en was dus danig onder de indruk. Op sommige plaatsen kon je perfect rechtop wandelen, op andere plaatsen moest je je bukken en soms zelfs kruipen.
Soms was het ook uitwijken voor mijnwerkers die aankwamen met hun wagon. Je kent het wel, zo’n wagons die je ziet in tekenfilmpjes enzo.
Na ongeveer een uurtje kwamen we aan bij iets heel raars. De Duivel! Ja, ze zijn hier heel gelovig: God, de Moeder Aarde en de Duivel zijn de belangrijkste ‘personen’. De Duivel natuurlijk in negatieve zin. De Duivel zit onder de aarde en ook de mijnwerkers zitten onder de aarde, bij de Duivel dus. Daarom hebben ze hem daar nagemaakt en moet hij geĆ«erd worden als je er voorbij gaat. Dit kan met sigaretten, cocablaadjes, ... maar vooral met alcohol. Dat is om jezelf veilig te stellen. De mijnen zijn weliswaar gevaarlijk maar wanneer je de Duivel eert ben je veilig. Wij hebben dan allemaal alcohol moeten drinken. Alcohol van 96°, kun je je dat inbeelden? Gelukkig kregen we niet zoveel en moesten we eerst een beetje op de grond gieten, voor de Pacha Mama, de Moeder Aarde.
Mannetje, ik dacht dat alles aan het verbranden was binnenin! Zo straf. Maar goed, het was voor het goede doel. Na twee uur rondlopen in de mijnen kwamen we terug buiten. Eindelijk frisse, meer inadembare lucht! Ik zou nog zoveel meer kunnen vertellen, maar ik mag het niet te lang maken. Ik heb een heleboel foto’s genomen en daar geef ik later wel wat meer uitleg bij over de mijnen.
Om 14 uur was ik terug op de markt in Potosi. We zijn dan iets gaan eten en daarna bezochten we het museum van Santa Theresa. ’s Avonds liepen we dan een beetje door de stad. Er is daar steeds veel te doen tot ’s avonds laat. Er is markt, alle winkeltjes blijven open, ... heel leuk.

Geen opmerkingen: